Eén waarnemer bij UNEF-I
De Algemene Vergadering van de VN stelde op 4 november 1956 een vredesmacht in. UNEF-I moest een buffer vormen tussen de strijdende partijen tot een oplossing kon worden bereikt voor de Suez-crisis. Het eigenlijke mandaat volgde een dag later.
De chef-staf van UNTSO (Palestina), de Canadese generaal-majoor E.L.M. Burns, kreeg opdracht om uit zijn waarnemerskorps officieren te selecteren die de kern van UNEF moesten gaan vormen. Burns koos als één van de officieren voor de UNEF-staf kapitein J.A. Bor die daarmee de enige Nederlandse deelnemer aan UNEF-I was.
Bor arriveerde tezamen met de andere UNTSO-waarnemers op 12 november 1956 in het tijdelijke UNEF-hoofdkwartier te Caïro. Hij werd aangesteld als hoofd van de inlichtingensectie. Als zodanig nam hij in december 1956 deel aan de onderhandelingen met de Israëlische generaal Mosje Dajan – de architect van de Sinaï-campagne – over de terugtrekking van het Israëlische leger uit de Sinaï.
Egypte stelde echter deelname van het als pro-Israël bekendstaande Nederland aan UNEF echter niet op prijs, waardoor kapitein Bor zijn functie al snel weer moest opgeven. Hij keerde op 28 december 1956 terug.
Bron: Ministerie van Defensie